Bij mensenhandel worden personen onder dwang geworven, vervoerd, overgebracht, opgenomen of gehuisvest om vervolgens uitgebuit te worden. Ze worden gedwongen om arbeid te verrichten, waarvoor zij niet vrijwillig kiezen. Deze uitbuiting kan seksueel, maar ook op basis van gedwongen arbeid zijn.
Uitbuiting gaat vaak gepaard met dwang, geweld, chantage en misleiding. Voorbeelden van mensenhandel zijn vrouwenhandel en gedwongen (jeugd)prostitutie, of de uitbuiting van personen in andere sectoren, zoals de horeca. Ook loverboys worden door Justitie gezien als mensenhandelaren.